Gepost door Daan Breederveld

Heeft het vastgelegde ‘recht op onbereikbaarheid’ enige zin?

Door Daan Breederveld Peter Henk Steenhuis

“Elke nacht sta ik om twee uur op om mijn mail te checken.” Het werd even stil in de zaal, wat moesten de anderen hierop zeggen? Een enkeling voelde de neiging te gaan lachen, maar hield zich in.

Tijdens onze trainingen zingeving & werk bereiden we de deelnemers er altijd op voor dat ze tegen het einde van de dag, op het podium, aan de anderen moeten vertellen wat ze vandaag over zingeving geleerd hebben, en hoe ze dat morgen denken te gaan toepassen.

Nu zat er een jonge vrouw op het podium, midden twintig. Zij had een MBO-opleiding, en was eigenlijk te vroeg op een leidinggevende functie terechtgekomen. Maar wat wil je, we waren die dag nog boven Groningen, hier is bijna geen personeel meer te vinden. De werknemers die er nog zijn worden er snel ziek.

Deze vrouw reageerde op het onderdeel ‘Digitale leiband’: hoe vast zitten wij aan de digitale middelen die ons omringen, en wat doet dat met onze gezonde zin in werk? Voor zij tot haar bekentenis kwam, had ze al wel gezegd dat ze slecht sliep. Ze sliep wel in, maar werd rond middernacht wakker lag vervolgens te piekeren over de mensen die ze moest aansturen. “Omdat ik dan toch niet meer kan slapen, kan ik er net zo goed uit gaan. Soms zie ik dan ’s nachts al wie zich ziek gemeld heeft. Dan kan ik maatregelen nemen, waardoor ik ’s ochtends wat langer kan uitslapen. Hoop ik dan, hè.”

In de cao voor de gehandicaptenzorg is afgelopen week voor het eerst het recht op onbereikbaarheid opgenomen. Volgens FNV-bestuurder Karim Skalli garandeert deze afspraak “dat je eindelijk écht vrij bent op je vrije dag.” 

PvdA Kamerlid Gijs van Dijk, die vorig jaar met een dergelijk voorstel kwam, noemt deze cao-afspraak dan ook ‘goed nieuws’. Hij wil dat alle werknemers een recht op onbereikbaarheid krijgen. Want werkstress is volgens Van Dijk “een van de grootste ziekmakers” van deze tijd.

Evolutieleer

Om deze vorm van digitale stress te kunnen begrijpen, moeten we ver terug in de evolutieleer. Wij zijn toegerust met een zeer effectief stress-systeem, dat ons in staat stelt in actie te komen bij levensbedreigende situaties. Dit systeem dateert uit de tijd dat de eerste vissen op aarde rond spartelden. Het zien, ruiken of voelen van een roofdier leidde vroeg in de ontwikkeling van de diverse soorten al tot activering van een gebied in de hersenen dat bij ons hypothalamus heet, waarna een cascade van reacties via onze hypofyse en de hormonen CRH en ACTH, leidde tot de aanmaak van cortisol in de bijnierschors.

Dat hormoon zorgde er vervolgens voor dat allerlei aanpassingen in het lichaam ons voorbereiden op de vlucht. Of op een fikse vechtpartij. De vis zal in zijn oorspronkelijke verschijningsvorm vooral voor de eerste optie gekozen hebben.

Bij ons bestaat dat stresssysteem nagenoeg nog steeds, in diezelfde vorm. Al stuiten we niet dagelijks meer op een roofdier. In onze beschaving is ons stress-systeem meestal compleet overbodig geworden. Wij veranderen onze omgeving sneller dan de evolutie ons in staat stelt deze veranderingen bij te houden: we gooiden de leeuw eruit, maar voor we ons hadden aangepast aan een leeuwloze omgeving, namen de digitale middelen de plek in van de koning van het dierenrijk.

Dubbelzijdig zwaard

Uit een onderzoek van Barley, Meyerson en Grodal bleek al in 2011 dat e-mail een van de belangrijkste stressoren van onze tijd is. Dit bevestigde McKinnon in 2016, hij noemde e-mail verkeer een ‘dubbelzijdig zwaard’: een noodzakelijk communicatiemiddel en tegelijk (nodeloos) stressvol. Voor wie dacht het stresssysteem te slim af te zijn en zijn mail alleen ‘s ochtends vroeg en ‘s avonds laat te checken, had MacKinnon een teleurstelling in petto: die maatregel maakte weinig verschil. MacKinnon deed aanbevelingen die de stress zouden moeten reduceren, waarbij de meest belangrijke even simpel als lastig uitvoerbaar blijkt: beantwoord minder email.

Gaat dat met de nieuwe cao-afspraken ook gebeuren? Dat is nog niet zeker. De jonge dame voorin de zaal was echt niet gedwongen bereikbaar te zijn. Integendeel, ze durfde dit niet tegen de HR manager van het bedrijf te zeggen, want ‘die zou dit zeker niet goed vinden.’ Waarom zou ze dat doen? Tot dat moment had zij de zin van zo’n initiatief niet ingezien.

Hoe maken we onze studenten weerbaarder? 

Een paar maanden later mochten we in Den Haag een lezing houden op de grootste onderwijsconferentie van Nederland over zingeving en werk. We gaven dit voorbeeld, en vroegen daarna de 300 aanwezige onderwijsmanagers: wie traint zijn studenten om op dit soort zingevingsvragen van de moderne samenleving een antwoord te leren vinden? Niemand. Een volgende vraag lag voor de hand: wie vindt dat zijn studenten hierin getraind zouden moeten worden? Schoorvoetend gingen alle vingers de lucht in. Na afloop stonden er verschillende bestuurders aan onze tafel: hoe krijgen we deze vorm van zingeving in het curriculum vitae? Hoe maken we onze studenten weerbaarder?

Goede vragen, waarop je met elkaar een antwoord zou moeten zien te vinden. Want zonder het onderwijs hierbij te betrekken kunnen we her en der wel een nieuwe, zinnige afspraak maken. Maar we zullen onze mentaliteit van eeuwig bereikbaar zijn, en wíllen zijn, niet echt veranderen. Daarvoor is scholing nodig. Inzicht van de betrokkenen zelf. En een jonge generatie die het weer anders aanpakt.

Aan de jonge vrouw op het podium adviseerden wij toch te gaan praten met haar HR-adviseur. Het leek ons niet zinnig te beginnen over een recht op onbereikbaarheid; je leidinggevende zal je glazig aankijken. Dat recht heeft ze namelijk heus wel. Of het nu is vastgelegd of niet. Net als al die freelancers, ondernemers, en al die werknemers die hopen rap carrière te maken. Take away the trigger – dat werkt vaak veel beter. Kijk naar het autoconcern Volkswagen, waar e-mails die na kantooruren binnenkomen worden tegengehouden en pas de volgende ochtend bezorgd.

“Zou dat geen oplossing zijn?” vroegen we. “Die mailtjes die jij dan ’s nachts verstuurt worden pas de volgende dag tijdens kantooruren gezien. Dan heeft het helemaal geen zin meer om ’s nachts op te staan.”

Daan Breederveld is bedrijfsarts bij Het Med
Peter Henk Steenhuis is journalist filosofie voor het Dagblad Trouw

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *